Van grofweg eind februari tot begin oktober kun je genieten van wedden op wielrennen op het hoogste niveau. Met drie Grote Rondes, vele klassiekers, kleinere rondes, het WK en EK en om de vier jaar de Olympische Spelen.
Wielrennen is veel meer dan alleen maar hard rijden op een fiets met ongeveer 150 man. Het is een spel van uithoudingsvermogen, tactiek, teamstrategie en pieken op het juiste moment. België, Frankrijk, Italië, Spanje en ook Nederland zijn fantastische wielerlanden.
Wij van Wed Meesters naar de sport zelf, legendarische renners en natuurlijk hoe je kunt wedden op wielrennen!
Hoe gaat wielrennen?
Wie het eerst over de finish gaat, wint! Ja, dat klopt. Maar het is natuurlijk veel meer dan dat. Bij wielrennen kun je meedoen aan eendaagse en meerdaagse wedstrijden, met verschillende belangen. Voor eendaagse wedstrijden zoals de klassiekers is het inderdaad zo simpel: jouw wiel gaat als eerste over de lijn en je wint.
Bij meerdaagse wedstrijden zoals de Tour de France, Giro d’Italia en Vuelta a España komt er meer bij kijken. De eindzege gaat naar de wielrenner die het kortst erover doet. Maar daarvoor moet hij bijvoorbeeld wel ondersteund worden door een ploeg. Die zorgt dat hun kopman uit de wind zit, op tijd eten en drinken krijgt, en meer.
Ritzeges, truien en specialisaties
Een wielrenner die voor een eindzege in een ronde gaat, heet een klassementsrenner. Maar er is in een ronde veel meer te winnen. Zo kunnen specialisten een etappe winnen of een bepaald klassement met bijbehorende trui. Sprinters gaan voor hun kansen in vlakke etappes en voor de puntentrui, klimmers proberen het in de bergen voor de bergtrui.
Puncheurs zijn gespecialiseerd in etappes die met venijnige heuveltjes of een kleine klim eindigen. En dan heb je nog renners die bijvoorbeeld erg goed kunnen tijdrijden. Een klassementsrenner moet in elk geval goed kunnen klimmen en redelijk tijdrijden. Daarin kunnen ze namelijk de meeste tijd verliezen. Sommige renners binnen een ploeg worden aangewezen als knecht. Zij helpen hun kopman of bijvoorbeeld de sprinter in hun ploeg.
Geschiedenis van wielrennen
Zonder fiets geen wielrennen. De eerste fietsen werden ontwikkeld in de eerste helft van de 19e eeuw. De eerste wedstrijd zou in 1868 in Parijs zijn georganiseerd, over 1.200 meter. In 1900 werd de internationale wielerbond UCI opgericht, Union Cycliste Internationale. De UCI was al een opvolger van de in 1892 opgerichte International Cycling Association, dat ontbonden werd na ruzie met Groot-Brittannië.
Veel van de belangrijkste wielerwedstrijden werden rond 1900 voor het eerst georganiseerd. Parijs-Tours, Parijs-Roubaix, Luik-Bastenaken-Luik en Parijs-Brussel (nu de Brussels Cycling Classic) waren al van vóór 1900. Andere klassiekers zoals de Ronde van Vlaanderen kwamen iets later.
De Tour de France werd voor het eerst verreden in 1903, de Giro d’Italia in 1909. De Vuelta a España is het jongst, sinds 1935. Daarnaast is wielrennen een sport die al sinds de eerste moderne Olympische Spelen van 1896 altijd op het programma heeft gestaan. In de jaren ‘20 van de vorige eeuw is ook veldrijden ontstaan uit het wielrennen.
Wedden op wielrennen met bonus
De bookmakers in Nederland hebben natuurlijk odds op alle grote wielerwedstrijden, net als op de kleinere wedstrijden. Vaak zijn er rond de drie Grote Rondes genoeg bookmaker promoties en acties te vinden waarvan je kunt profiteren. Je kunt ook kijken of je bijvoorbeeld een gratis sport bet uit je welkomstbonus of andere bonus gebruikt op wielrennen. Hou het sport wedden nieuws van Wed Meesters hiervoor goed in de gaten!
Belangrijkste wedstrijden wielrennen
Al ruim 120 jaar leidt de UCI het wielrennen wereldwijd. Zij hebben alle wedstrijden ingedeeld van grote rondes en klassiekers tot kleinere wedstrijden.
Drie grote rondes: Giro d’Italia, Tour de France, Vuelta a España
Helemaal bovenaan staan de drie grote rondes, die gedurende drie weken worden verreden. In mei-juni begint het met de Giro d’Italia. Vervolgens staat de maand juli in het teken van de Tour de France. En de Vuelta a España is de laatste, in augustus en september. In het verleden wonnen renners wel eens twee grote rondes in één jaar, maar tegenwoordig is dat erg moeilijk.
De combinatie Giro-Tour werd voor het laatst in 1998 gewonnen, maar vermoedelijk met doping door Marco Pantani. De winnaar van de Tour krijgt 500 UCI-punten, bij Giro en Vuelta is dat 400 punten. Winnaars van bijvoorbeeld de puntentrui of bergtrui krijgen 120 UCI-punten.
WK Wielrennen en Olympische Spelen
Net onder de drie grote rondes staan het WK wielrennen en de Olympische Spelen. Het WK wordt elk jaar verreden in augustus of september, met de wegwedstrijd en het tijdrijden. De wereldkampioen op de weg krijgt de regenboogtrui en 350 UCI-punten, de beste tijdrijder 250 punten. Dezelfde punten zijn er voor de olympisch kampioenen. Continentale kampioenschappen zoals het EK wielrennen zijn goed voor 250 punten en 70 punten (tijdrijden).
Vijf Monumenten
Binnen de klassiekers van het wielrennen zijn er vijf Monumenten, de belangrijkste klassiekers voor 275 UCI-punten. Dat zijn vaak de oudste eendaagse wedstrijden die ook nog eens het moeilijkst zijn. Op een rijtje zijn dit:
Milaan – San Remo: ook wel bekend als La Primavera (De Lente), verreden in eind maart. Deze klassieker is 300 kilometer lang, maar wel vlak en dus vaak een prooi voor sprinters.
Ronde van Vlaanderen: de eerste kasseienklassieker, op de eerste zondag van april. De Ronde staat vooral bekend om korte heuvels in de Vlaamse Ardennen.
Parijs-Roubaix: de Hel van het Noorden, één week na de Ronde van Vlaanderen en ook over veel kasseien, eindigend in de Roubaix Vélodrome. Een ware uitputtingsslag.
Luik-Bastenaken-Luik: La Doyenne, de oudste klassieker die eind april verreden wordt rondom de Ardennen en vaak een prooi is voor klimmers.
Ronde van Lombardije: de Herfstklassieker aan het einde van het wielerjaar, in september of begin oktober. Deze wordt vaak gewonnen door klimmers met een goede sprint.
Kleinere rondes
In aanloop naar de drie Grote Rondes en gedurende het jaar zijn er ook kleinere rondes die ongeveer een week of iets langer duren. Denk bijvoorbeeld aan de Tirreno-Adriatico (richting de Giro), Critérium du Dauphiné (richting de Tour), Volta a Catalunya (richting de Vuelta), Parijs-Nice, Ronde van Zwitserland en ook de Benelux Tour. Een eindzege in deze ronde levert 250 UCI-punten op.
Kleinere klassiekers
Ietsje onder de Monumenten en kleine rondes vinden we een rijtje andere klassiekers. Prestigieuze wedstrijden die ook mooi op een erelijst staan, goed voor 225 UCI-punten. In dit groepje vinden we onder meer Nederlands enige klassieker de Amstel Gold Race, en ook de Strade Bianche. En ook de vele Belgische voorjaarsklassiekers: Dwars door Vlaanderen, Gent-Wevelgem, E3 Saxo Classic, Brugge-De Panne en Omloop Het Nieuwsblad.
Verder zijn er nog vele andere rondes en wedstrijden die op de UCI-kalender staan, maar minder punten opleveren. Denk aan de Rondes van Duitsland, Groot-Brittannië en Noorwegen, Parijs-Tours, De Brabantse Pijl en de Scheldeprijs.
Wedden op wielrennen | Wedmarkten
Nederlandse bookmakers volgen het wielrennen op de voet. Voor elke grote en kleine wedstrijd hebben ze vele wedmarkten en odds voor je klaar staan.
Wedden op wielrennen | Eindwinnaar
Drie grote rondes, tientallen kleinere rondes, Monumenten, klassiekers, nationale en wereldkampioenschappen. Voor zowat elke wedstrijd kun je natuurlijk inzetten op de eindwinnaar. Als je het wielernieuws op de voet volgt, kun je een goede voorspelling doen.
Wedden op wielrennen | Andere klassementen
Bij meerdaagse wedstrijden worden ook klassementen bijgehouden in het sprinten, klimmen en bijvoorbeeld de beste jongere. De bookmakers in Nederland geven je altijd de kans om in te zetten op de winnaar van de puntentrui, bergtrui of andere klassementen.
Wedden op wielrennen | Onderlinge duels
Een paar jaar hebben we de strijd in de Tour de France gezien tussen landgenoten Tadej Pogacar en Primoz Roglic (van Jumbo-Visma) uit Slovenië. Vorig jaar kwam daar ineens Rogliz’ ploeggenoot Jonas Vingegaard tussen. Ongeacht wie de beste is, kun je ook vaak inzetten op een onderlinge strijd tussen twee gelijkwaardige renners zoals Pogacar en Roglic.
Legendarische wielrenners
De eerste helden: Lapize, Pélissier, Girardengo, Binda
De Tour de France, Giro d’Italia en veel Monumenten werden al veelvuldig voor WO II verreden. De Fransman Octave Lapize leek een mooie carrière te krijgen na winst in de Tour van 1910 en zeven klassiekers rond Parijs waaronder drie keer Parijs-Roubaix. Maar als gevechtspiloot in WO I werd hij in 1917 op 29-jarige leeftijd dodelijk getroffen. Zijn tijdgenoot en landgenoot Henri Pélissier won de Tour van 1923 en liefst zes Monumenten met onder meer twee keer Parijs-Roubaix en twee keer de Ronde van Lombardije.
In 1909 werd de eerste Giro gereden en een aantal Italiaanse klassiekers. Daardoor kwamen ook de eerste legendarische Italiaanse wielrenners. Costante Girardengo won de Giro van 1919 en 1923, en ook 30 etappes. Ook won hij zes keer Milaan – San Remo en drie keer Lombardije (en negen Italiaanse titels). Iets later won zijn landgenoot Alfredo Binda vijf keer de Giro en liefst 41 etappes. Hij won ook drie keer het WK, vier keer Lombardije en twee keer Milaan – San Remo. Een echte ster in zijn tijd.
Voor en na WO II: Fausto Coppi en Gino Bartali
Vlak vóór en na WO II was er een fantastische strijd tussen twee Italianen. Gino Bartali won drie keer de Giro en twee keer de Tour met in totaal 29 etappezeges. Ook won hij zeven Italiaanse monumenten (Milaan – San Remo en Lombardije). Zijn grote concurrent Fausto Coppi kwam tot vijf Tours en twee Giro’s met 31 etappezeges, met ook nog negen Monumenten.
Jaren ‘50: Louison Bobet en Jacques Anquetil
In de jaren ‘50 reden twee Franse legendes zich in de spotlights. Louison Bobet won van 1953-1955 drie keer de Tour de France, hij werd eenmaal wereldkampioen en won vele klassiekers waaronder de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Jacques Anquetil was de eerste die de Tour de France vijf keer won: in 1957 en van 1961-1964. Bovendien won hij ook twee keer de Giro en eenmaal de Vuelta, vijf keer Parijs-Nice, twee keer de Dauphiné en veel meer.
De Belgen in de jaren ‘50-’70: Van Looy, Merckx, De Vlaeminck
In de jaren ‘50 en ‘60 was de Belg Rik Van Looy een echte veelvraat. Hij won acht Monumenten, twee keer het WK, 37 etappes in de Grote Rondes en talloze andere wedstrijden. Eddy Merckx was zijn ‘opvolger’ en werd terecht De Kannibaal genoemd. Merckx won 11 Grote Rondes met 64 etappes, 19 Monumenten en nog véél, véél meer. Een derde Belg, Roger De Vlaeminck, won vooral in de jaren ‘70 in totaal 11 Monumenten waaronder vier keer Parijs-Roubaix, en 22 etappes in de Giro.
Één Italiaan wist in de tijd van Eddy Merckx ook alle drie de Grote Rondes te winnen. Felice Gimondi won drie keer de Giro en eenmaal de Tour en de Vuelta. Hij werd ook wereldkampioen in 1973 en won vier Monumenten.
De opvolgers van Jan Janssen: Joop Zoetemelk en TI-Raleigh
Natuurlijk vergeten we niet de eerste Nederlandse Tourwinnaar, Jan Janssen in 1968. Vier jaar eerder was hij ook al wereldkampioen en in 1967 won hij de Vuelta. Eind jaren ‘70 en begin jaren ‘80 kreeg hij opvolging van de Nederlandse TI-Raleigh ploeg van Peter Post. Joop Zoetemelk won in 1979 de Vuelta en in 1980 de Tour, en in 1985 het WK.
TI-Raleigh won in tien jaar tijd maar liefst 900 wedstrijden. Jan Raas won vier Monumenten, vijf keer de Amstel Gold Race, tien Tour-etappes en vele andere klassiekers. Hennie Kuiper won ook vier Monumenten, een wereldkampioenschap en drie Tour-etappes. Gerrie Knetemann won tien Tour-etappes, het WK en twee keer de Amstel Gold Race. De gewonnen Tour de France van 1980 was sowieso het hoogtepunt van TI-Raleigh: de ploeg won elf etappes!
Jaren ‘80: Hinault, Moser, Kelly en Argentin
In de jaren ‘80 kwamen de legendarische wielrenners uit diverse landen. Bernard Hinault uit Frankrijk won tussen 1978 en 1985 vijf keer de Tour, drie keer de Giro en twee keer de Vuelta. ‘De Das’ werd ook wereldkampioen, won vijf Monumenten en veel meer. De Italiaan Francesco Moser won in die tijd één Giro en 23 etappes, maar ook het WK en vele klassiekers. Zijn landgenoot Moreno Argentin vocht vele duels uit met de Ier Sean Kelly bij de Monumenten en klassiekers. Argentin won er uiteindelijk zes, Kelly negen.
Jaren ‘90: Indurain, Zabel, Virenque, Museeuw, Jalabert
In de jaren ‘90 werd het wielrennen steeds verder geprofessionaliseerd. De eerste overheerser was de Spanjaard Miguel Indurain. Hij won de Tour van 1991-1995 en in 1992-1993 de Giro, en een aantal kleinere rondes. Zijn grootste concurrent was Tony Rominger, drievoudig Vuelta-winnaar. Erik Zabel was de beste sprinter van de jaren ‘90 en won zes jaar op rij de groene trui in de Tour (en 12 etappes), vier keer Milaan – San Remo en drie keer Parijs-Tours.
Richard Virenque legde juist zeven keer beslag op de bolletjestrui en zeven etappezeges. De klassiekerspecialisten van die tijd waren zonder twijfel Johan Museeuw en Laurent Jalabert. Museeuw won bijvoorbeeld drie keer de Ronde van Vlaanderen en drie keer Parijs-Roubaix. Jalabert was een alleskunner en won zelfs eenmaal de Vuelta.
2000-nu: Cancellara, Boonen, Contador, Froome, Valverde, Sagan
De laatste 20 jaar begon met een fantastische strijd tussen Fabian Cancellara en Tom Boonen in de Monumenten en klassiekers. Allebei wonnen ze zeven Monumenten. Alberto Contador was de grote ronderijder tussen 2007-2015 met zeven eindzeges in alle drie de rondes, daarna geëvenaard door Chris Froome.
Alejandro Valverde won slechts één Vuelta maar ook vier Monumenten en één WK, vele kleine rondes en klassiekers. Ook stond hij 19 keer in de top tien van een Grote Ronde, waaronder zeven keer in de Vuelta. Peter Sagan rijdt nog maar won al zeven keer de groene trui in de Tour de France (12 etappes), drie keer het WK, de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix.
De vraag is nu: wat gaan toprenners als Wout Van Aert, Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Julian Alaphilippe ons nog brengen aan prestaties en mogelijkheden voor wedden op wielrennen!
Wedden op wielrennen termen:
[glossary cat=”Wielrennen” itemspage=”1″ letter=”all” related=”0″ no_desc=”0″ hide_terms=”0″ hide_abbrevs=”0″ hide_synonyms=”0″ glossary_index_style=”modern-table” disable_listnav=”0″ ]
Veelgestelde Vragen over wedden op Wielrennen
-
Wat schaatsen is voor de Friezen, is wielrennen voor Vlaanderen. Ook al is de Benelux een klein gebied, weersomstandigheden en ligging (Ardennen en nabijgelegen Eifel) zijn van grote invloed op de sportprestaties en interesses. Er wordt gezegd dat in Vlaanderen de eendagskoersen zijn uitgevonden, dus er bestaat een lange wieler traditie; Belgen worden geboren met een toerfiets, zo zeggen ze zelf.
-
Wielrennen neemt enorm in populariteit toe als vrijetijdsbesteding. Dus ook wedden op wielrennen. Dit komt door de vele koersen die in Nederland starten en omdat ‘we’ sinds kort weer echt meedoen om de prijzen. Er zijn zo’n 850.000 Nederlanders die zelf op de fiets stappen, maar het aantal liefhebbers is nog vele malen groter. De gemiddelde leeftijd van wielrenners in Nederland is 46 jaar.
-
In 2021 was Mathieu van der Poel de beste wielrenner van Nederland. Joop Zoetemelk, tourwinnaar in 1980, wordt algemeen beschouwd als de beste Nederlandse wielrenner aller tijden. Anderen vinden dat die titel aan Jan Janssen behoort, de eerste Nederlander die in 1968 de tevens de fietstocht der fietstochten op zijn naam schreef.
-
Jazeker. Het wielrennen voor vrouwen wordt steeds groter en professioneler. Met Anna van der Breggen, Annemiek van Vleuten, Chantal van den Broek-Blaak, Lucinda Brand, Ellen van Dijk, Amy Pieters, Demi Vollering en Marianne Vos heeft Nederland een ontzettend sterke equipe van rensters om het hoogste niveau.
-
Je kunt wedden op wielrennen bij TOTO, bet365, BetCity, Holland Casino en Bingoal. Bingoal is van origine een Belgische bookmaker waar doorgaans meer aandacht wordt besteed aan kleinere wielerwedstrijden. Het aanbod aan koersen en wed mogelijkheden verschilt per bookmaker, onderzoek loont!