Estimated reading time: 11 minuten
Het NK Allround is een mooie opstap voor elk schaatsseizoen. Zoals dat ook geldt voor wedden op het NK Allround schaatsen. Welke allrounders zijn in vorm en wie zijn sterk op individuele afstanden?
Bij wedden op schaatsen heb je elk seizoen verschillende toernooien om uit te kiezen. Over het algemeen zijn die toernooien tegenwoordig onderverdeeld in drie variaties: allround, sprint en afstanden. Bij schaatsen op de Olympische Spelen zijn er alleen medailles te winnen in de verschillende afstanden. Maar nu gaan we vooral in op dat prachtige onderdeel in eigen land, het NK Allround schaatsen.
Opzet van de NK Allround schaatsen
Het Nederlands Kampioenschap allround schaatsen is een van de eerste toernooien op de schaatskalender. Je kunt niet zomaar meedoen aan dit toernooi, anders zou het weken kunnen duren. Want net zoals het NK Allround een kwalificatiemoment is voor andere toernooien, dienen schaatsers zich ook voor dit NK Allround te plaatsen.
Voor de meer onbekende schaatsers gebeurt dit op kleinere, lokale toernooien. Zij kunnen zich bijvoorbeeld plaatsen via de Eindhoven Trofee of de Gruno Bokaal. De bekendere schaatsers mogen sowieso meedoen, vaak op basis van hun eerdere resultaten. Maar vanwege een soms druk seizoen doen ze niet altijd mee. Dat maakt wedden op NK Allround schaatsen trouwens wel direct interessanter, omdat ineens de iets ‘mindere goden’ een gooi kunnen doen naar de titel.
De beste over vier afstanden op NK Allround schaatsen
De opzet van het toernooi zelf is sinds de jaren ‘50 redelijk simpel. Wie gemiddeld het snelst is over vier afstanden, wordt tot Nederlands kampioen allround gekroond. Vaak zie je bij zo’n toernooi een puntenaantal achter de namen van de schaatsers staan. Dat ziet er ingewikkeld uit, maar is het helemaal niet.
Eindelijk: Hoe die puntentelling werkt
Elke afstand bij een allround schaatstoernooi wordt teruggerekend naar de 500 meter. Als je 36.55 seconden doet over de 500 meter, heb je ook 36.55 punten. De tijd in seconden over de 1500 meter wordt door drie gedeeld. De 3000 meter wordt door zes gedeeld, 5000 meter door tien en de 10.000 meter wordt door 20 gedeeld.
Als een schaatser bijvoorbeeld 1.45.55 doet over de 1500 meter, zijn dat 105.55 seconden. 105.55 gedeeld door drie is 35.18, dat is ook het puntenaantal wat die schaatser krijgt. Andersom werkt het dus net zo. Stel, het verschil tussen de nummer 1 en 2 voor de laatste tien kilometer bij de mannen is 0.658 punten. Dan moet de nummer 2 op die afstand 0.650 maal 20 (10.000 meter gedeeld door 500) = 13,16 seconden goed maken.
Eerlijk zeggen als je vandaag oud was toen je eindelijk begreep hoe dit werkt.
Niet iedereen rijdt het hele NK Allround, plaatsing voor EK allround
Overigens mag niet elke schaatser meedoen aan die laatste afstand op een allround toernooi. Op het NK allround rijden tegenwoordig slechts acht schaatsers de laatste tien kilometer. En dat zijn niet per se de beste acht in het klassement na drie afstanden. Er wordt eerst naar de uitslag op de 5 kilometer gekeken, waarvan de beste zes mogen meedoen aan de 10 kilometer. Aangevuld met de overgebleven beste twee schaatsers uit de tussenstand.
Het NK allround is natuurlijk een mooi toernooi om te winnen. Maar voor de toppers geldt het vooral als een kwalificatiemoment voor het EK allround later in het seizoen of een seizoen erna. Dat toernooi geldt dan weer als mogelijkheid om te kwalificeren voor het WK allround. Nederlandse schaatsers moeten daardoor vaker pieken in het seizoen, vanwege de grote concurrentie.
Die extra laag van ‘moeten’ op het juiste moment is precies de brandstof die ook wedden op NK Allround Schaatsen zo mooi maakt.
De laatste jaren wordt het NK Allround overigens gecombineerd met het NK Sprint.
NK Allround schaatsen: Geschiedenis mannen
Schaatsen wordt al eeuwenlang gedaan in Nederland, en rond de eeuwwisseling van 1900 werden er steeds meer wedstrijden gereden. De Nederlandse schaatsbond KNSB werd al in 1882 opgericht, de internationale ISU tien jaar later. In 1901 werd onder toezicht van de KNSB al het eerste Nederlands kampioenschap allround gehouden, alleen voor mannen. Zij reden de 500, 5.000 en 1.500 meter. Per afstand werd de eindklassering omgezet in punten. Wie de minste punten had, werd kampioen. En dat werd Eeko Banning, omdat hij alle drie de afstanden won.
Tot aan de Tweede Wereldoorlog zou het toernooi echter slechts tien keer gehouden worden. Coen de Koning won na Eeko Banning drie keer op rij: in 1903, 1905 en 1912. In de editie van 1912 werd zijn jongere broertje Sjaak derde. In 1914 volgde hij zijn grote broer op als Nederlands kampioen. Meervoudige kampioenen tot in de jaren ‘40 waren Max Tetzner (1919 en 1922), Dolph van der Scheer (1929 en 1933) en Herman Buyen (1941 en 1942).
Ard en Keessie
Na vier keer in de jaren ‘50 werd het NK allround vanaf 1962 eindelijk elk jaar verreden. Dat jaar won Henk van der Grift, een jaar na zijn titel op de WK allround. Rudie Liebrechts werd in 1963 en 1964 Nederlands kampioen allround. In dat laatste jaar had hij Ard Schenk al naast zich staan op het podium. In 1965 meldde Kees Verkerk zich aan de top en was het tijdperk ‘Ard en Keessie’ geboren.
De twee maakten furore op de Olympische Spelen en EK’s en WK’s, maar verdeelden ook de titels op het NK Allround schaatsen. Ard Schenk werd kampioen in 1965, 1968 en 1970. Kees Verkerk pakte de titel in 1966, 1967, 1969 en 1972. Alleen Jan Bols wist in 1971 zowel Ard als Keessie af te troeven, nadat hij de twee jaar ervoor tweede was geworden.
Tijdperk Hilbert van der Duim
Na Schenk en Verkerk was vooral Piet Kleine een vaste waarde op het podium van het NK Allround. Maar hij had het Joop Zoetemelk Syndroom: De Postbode werd tussen 1973 en 1977 vijf keer op rij tweede. Twee keer achter Harm Kuipers en twee keer achter Hans van Helden. In 1978 werd hij dan eindelijk kampioen.
Hilbert van der Duim werd in 1978 tweede op elke afstand en in het eindklassement. De jaren erna zou hij het toernooi domineren. Tussen 1979-1985 won hij zeven keer op rij. Onder meer Yep Kramer (vader van Sven Kramer) en Frits Schalij moesten het vaak doen met zilver en brons.
Zandstra, Veldkamp, Ritsma en Postma
Na onder meer twee titels voor Hein Vergeer en drie voor Leo Visser kwam in de jaren ‘90 een prachtige strijd tussen vier schaatsers. Tussen 1992 en 1997 domineerden vier mannen het Nederlandse allround schaatsen. Falko Zandstra werd kampioen in 1992, 1993 en 1995. Ids Postma in 1994 en 1999 en Rintje Ritsma in 1996 en 1997. Bart Veldkamp stond tussen 1991 en 1995 vijf keer op rij op het podium.
Ritsma en Postma bleven langer schaatsen dan Zandstra, terwijl Bart Veldkamp de overstap maakte naar België. Ritsma en Postma stonden nog een paar keer op het podium achter schaatsers als Gianni Romme (drie titels) en Jochem Uytdehaage (twee titels). Alle vier behaalden ook successen op het EK Allround en WK Allround.
Sven Kramer en andere recente winnaars
In 2005 diende een 18-jarige Sven Kramer zich aan als winnaar. In 2007, 2008 en 2009 won hij het toernooi opnieuw. Maar daarna reed Kramer het NK Allround niet vaak meer, omdat zijn kalender te vol stond. Tussen 2013-2015 reed hij het toernooi nog en won in 2013 en 2015, met tussendoor een diskwalificatie in 2014.
De afwezigheid van Sven Kramer gaf andere schaatsers de kans om te strijden om de prijzen. Onder meer Wouter Olde Heuvel, Mark Tuitert,Koen Verweij en Jan Blokhuijsen stonden vaak op het podium. Schaats-Canadees Ted-Jan Bloemen werd in 2012 Nederlands kampioen allround. De laatste vijf jaar won Marcel Bosker twee keer (2018 en 2022) en werd hij driemaal tweede. Nederlands beste allrounder Patrick Roest werd kampioen in 2021.
Statistieken NK Allround schaatsen mannen
Doordat Sven Kramer ‘slechts’ zeven keer mee deed aan het NK Allround schaatsen, is hij geen recordhouder. Zijn zes overwinningen komen net tekort op de zeven op rij van Hilbert van der Duim, de man van de vogelpoep en ‘Je moet nog een rondje!’. Kees Verkerk en Ard Schenk staan met respectievelijk 4 en 3 zeges op het NK allround achter Van der Duim en Kramer. Jan Blokhuijsen, Falko Zandstra, Gianni Romme, Leo Visser en Coen de Koning werden ook driemaal kampioen.
Het rijtje met tweevoudig kampioenen is te lang om op te noemen. Maar opvallend is vooral Piet Kleine met zijn zes zilveren plakken. Hij werd tenminste nog één keer kampioen, iets wat Gerard Kemkers (vijf zilver), Carl Verheijen (vier zilver, één brons), Bart Veldkamp (drie zilver, drie brons) en Frits Schalij (twee zilver, vier brons) niet kunnen zeggen.
Qua afstandsmedailles is Hilbert van der Duim ook het meest succesvol: 13 goud, 14 zilver en 3 brons. Ard en Keessie wonnen ook 13 afstanden, Coen de Koning 12. Sven Kramer en Bart Veldkamp hebben 10 gouden afstandsmedailles van het NK Allround in de prijzenkast en Bob de Jong 9.
Geschiedenis NK Allround vrouwen
Het vrouwentoernooi werd pas voor het eerst in 1955 gehouden. Rie Meijer was de beste allround schaatsster van de jaren ‘50 en won alle drie de toernooien in dat decennium: 1955, 1956 en 1959. Ze werkte in het Zwitserse Davos en reed daar fantastische tijden. Maar de KNSB erkende de tijden niet, terwijl het dikke Nederlandse records waren. Rie Meijer mocht daardoor ook niet naar de Olympische Spelen van 1960.
Stien Kaiser en Atje Keulen-Deelstra, Van der Lende en Visser
In de jaren ‘60 en begin jaren ‘70 maakten twee vrouwen de dienst uit. Na zeges van Wil de Beer in 1962 en 1963 was het eerst tijd voor Stien Kaiser. Tussen 1964 en 1971 werd zij zes keer Nederlands kampioen allround. Zij werd ‘opgevolgd’ door Atje Keulen-Deelstra die kampioen werd in 1970, 1972, 1973 en 1974.
En alsof het zo bedoeld was, begon in 1974 een nieuwe dominantie. Sijtje van der Lenden stond van 1974-1980 telkens op het podium: ze werd eerste in 1976, 1977 en 1979 en derde in de andere jaren. In 1980 werd een pas 18-jarige Ria Visser voor het eerst kampioen. Na twee jaar Alie Boorsma pakte Visser van 1983-1986 nog vier titels op rij.
Vierstrijd in jaren ‘90, Groenewold en Wüst
Net als bij de mannen was er ook bij de vrouwen een strijd tussen vier sterke schaatsers in de jaren ‘90. Annamarie Thomas en Tonny de Jong waren het meest succesvol met drie titels, Carla Zijlstra won één keer (met nog zes keer podium) en Barbara de Loor stond vijf keer op het podium.
Begin jaren ‘2000 was Renate Groenewold de opvolger van dit viertal, zij werd driemaal kampioen. In 2005 werd zij tweede en een jonge Ireen Wüst derde. De uiteindelijk beste schaatsster aller tijden won het NK Allround van 2007-2009, werd tweede in 2013 (achter Jorien ter Mors) en weer kampioen in 2015. Verder deed ze ook niet mee aan het toernooi. De laatste jaren was Antoinette de Jong het meest succesvol met titels in 2016, 2020 en 2021.
Statistieken NK Allround vrouwen
Stien Kaiser is met zes Nederlandse titels de recordhouder bij de vrouwen, voor Ria Visser die er vijf heeft. Ireen Wüst en Atje Keulen-Deelstra werden vier keer Nederlands kampioen. Kaiser domineert ook het aantal afstandszeges met 20, voor wederom Ria Visser op 16. Renate Groenewold heeft 13 gouden afstandsmedailles naast haar drie eindzeges, Carla Zijlstra 12 en Ireen Wüst 11. Annamarie Thomas en tweevoudig kampioen Yvonne van Gennip staan op 10.
NK Allround Schaatsen | Wedmarkten
Bij wedden op schaatsen zijn er vaak een aantal odds (wedmarkten) om uit te kiezen. Wij lichten er een aantal toe die je kunt kiezen bij bookmakers in Nederland.
Wedden op NK Schaatsen allround – eindzege
De meest voor de hand liggende wedmarkt bij het NK Schaatsen Allround is natuurlijk op de eindzege. Wie wordt Nederlands kampioen allround bij de mannen en de vrouwen? Dit valt te combineren met wedden op schaatsen NK Sprint, dat tegelijk wordt verreden.
Wedden op NK Schaatsen allround – afstanden
Op het NK Allround worden acht afstanden verreden: vier bij de mannen en vier bij de vrouwen. De beste allrounders zijn niet per se de beste op bepaalde afstanden. Wie kan verrassen op een bepaalde afstand?
Wedden op NK Schaatsen allround – onderling resultaat
Bij veel sporten kun je ook inzetten op wie van twee sporters het beste resultaat behaalt, zo ook bij schaatsen. Dus je hoeft niet de winnaar te voorspellen bij deze manier van wedden op schaatsen, maar op wie van de twee het beste presteert.